De uitbreiding van station Amsterdam Centraal en de komst van de Noord-Zuidlijn voedde de behoefte aan een nieuw metrostation aan de noordzijde van het IJ. Het nieuw te bouwen, deels ondergrondse gebouw moet behalve een metrostation ook een dienende functie voor de wijk hebben. Een centrum waarin men kan oefenen voor dans- en zangpraktijken wordt gecombineerd met workshopruimten, maar ook een expositieruimte en vergaderzalen zijn aanwezig. In de kopse kant van het gebouw huist een restaurant dat een wide-view over het IJ verschaft. Top of the bill is een spa aan het uiteinde van het gebouw, waar men tot rust kan komen in een van de vele baden en sauna’s.
De architectuur van het gebouw komt voort uit het idee van 7 ‘componenten’ die genetisch aan elkaar verwant en programmatisch geschakeld zijn. De routing in het gebouw is hierdoor overzichtelijk, maar interessant. De stalen schil van het gebouw is geperforeerd door een streng van ramen die over de volle lengte is uitgestrekt. De positie van deze ramen correspondeerd met de achterliggende functie; het auditorium en de zwembaden doen het met enkele ramen, terwijl de gevel en het dak in de centrale hal vrijwel geheel transparant is. De lichtinval geeft een gedurende de dag wisselend dramatisch uiterlijk.
De vorm en materialisering van het gebouw doen het lijken op een verroest schip, refererend aan de vroegere scheepswerven in Amsterdam-Noord. Functioneel is het gebouw een echt verkeersknooppunt; metro, bus, boot en fiets komen hier samen. De huidige veerpont tussen Amsterdam Centraal en -Noord wordt door de komst van het metrostation deels ontlast.